Nieuwsbrief HWS juni 2019

Twee boeken als blijvende herinnering aan een stoere gemeente

In 1863, na het inpolderen van het Haarlemmermeer, werden de voormalige ambachten Spaarnwoude, Hofambacht, Haarlemmerliede, Houtrijk en Polanen (het latere Halfweg) en Zuid-Schalkwijk samengevoegd tot de nieuwe gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Niemand kon toen vermoeden dat deze gemeente 155 jaar later zou fuseren met de gemeente Haarlemmermeer.

Bij de eindstreep, in december 2018, verschenen er maar liefst twee boeken over de geschiedenis van deze kleine gemeente.  Het eerste boek, geschreven door historicus en journalist Frank van de Poll, heet Haarlemmerliede en Spaarnwoude Van veenwildernis tot wonen in het groen. De tweede publicatie heeft als titel 155 jaar gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude en is van de hand van journalist Henk van Ommeren.   

In zijn voorwoord noemt voormalig burgemeester Heiliegers het eerste boek “een gedegen historische studie” en het tweede “een fraai en rijk geïllustreerd boekje”. De meer wetenschappelijke editie door Van de Poll was voor iedereen te bestellen, terwijl het populaire boek gratis bij iedere inwoner van de voormalige gemeente in de bus viel.

De geschiedenis van de kernen in de voormalige gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude komt in beide boeken op een toegankelijke manier over het voetlicht. Zonder beide boeken uitvoerig te willen recenseren, vielen me bij het lezen wel een paar dingen op.

Van de Poll duikt direct in de verre historie en beschrijft hoe Spaarnwoude, het oudste dorp, vanuit Velsen werd ontgonnen. Een stukje buitendijks land, Spaerwou Buyten geheten, zou het latere Spaarndam-Oost worden.

Van Ommeren op zijn beurt vat die voorgeschiedenis kort samen en begint in 1863 bij de oprichting van de gemeente. De naam van die nieuwe gemeente is al direct een lastig punt, want het oudste dorp Spaarnwoude gaat niet akkoord met de voorgestelde naam Haarlemmerliede. Bij wijze van compromis besluit men daarom de nieuwe gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude te noemen.

Het is interessant om te zien hoe in beide boeken wordt omgegaan met de geschiedenis van het dorp Spaarndam, dus inclusief het Haarlemse gedeelte. Van de Poll doet uitvoerig uit de doeken hoe het ontstaan van het hoogheemraadschap Rijnland samenhangt met de geschiedenis van het hele dorp Spaarndam. De populaire editie besteedt maar weinig woorden aan het oude deel Spaarndam-West en stort zich met hart en ziel op de geschiedenis van de “eigen” dorpskernen.

Waar Van de Poll slechts summier de uitbreiding van Spaarndam-Oost ter sprake brengt, komt dat onderwerp weer veel beter uit de verf bij Van Ommeren. Met een kaart brengt hij die naoorlogse groei prima in beeld. Woonden er in 1960 slechts 50 mensen in Oost, in 2019 is dat aantal gestegen tot 3200.

Ook de aandacht voor de voormalige scheepswerf Stapel aan de Lagedijk is in beide boeken verschillend. Van de Poll noemt dit bedrijf voor het eerst en voor het laatst op pagina 177 zonder een duidelijke relatie te leggen met de groei en ontwikkeling van Spaarndam-Oost. De populaire editie schenkt gelukkig met een drietal foto’s en een aparte pagina meer aandacht aan de rol en betekenis van deze werf.

Los van deze opmerkingen vind ik het te prijzen dat de voormalige gemeente afscheid heeft genomen met deze beide boeken. Ze vertellen het verhaal van een stoere gemeente die zich niet van de kaart liet vegen en tegen de verdrukking in uitgroeide tot de Groene Buffer tussen Amsterdam, Haarlem en de IJmond. Chapeau!

Thea de Roos-van Rooden

Gepubliceerd in het Dorpsorgaan van juni 2019.