De Kunstmarkt in Spaarndam tussen toen en nu
Wat is het geheim achter de Spaarndamse kunstmarkt? Is het de intieme sfeer of de geweldige locatie? Ook deze zomer was Spaarndam weer het decor van de oudste kunstmarkt van Nederland, die voor de 50e keer werd gehouden. De eerste kunstmarkt startte in de zomer van 1970 aan de Oostkolk met welgeteld tien kramen, bemand door hoofdzakelijk Spaarndamse kunstenaars.
Dit jaar stonden er 45 kramen met ondermeer schilderijen, beeldhouwwerken en keramiek. Op vijf zaterdagen kwamen honderden bezoekers uit de regio naar Spaarndam. Truus Bijl, uitkijkend op de kunstmarkt in haar voortuin, wordt daar blij van, want “er komen ook een hoop oud-Spaarndammers. Het is altijd leuk en altijd gezellig”.
Kunst op straat
De geestelijk vader van de kunstmarkt was de Spaarndamse kunstschilder Leen Spierenburg (1922-1971), die met zijn vrouw Gerda aan de Kolk woonde. Gerda Spierenburg-Hannenberg (1923-2005) was eveneens kunstenares. Na het overlijden van Leen, op 11 februari 1971 in Haarlem, bleef Gerda nog enige tijd betrokken bij de organisatie van de jaarlijkse kunstmarkt. Met financiële steun van het Haarlemse VVV groeide de markt uit naar twintig kramen en het evenement verhuisde naar de Westkolk.
In een interview in 1972 voor het programma “Van Gewest tot gewest” vertelde Gerda (foto) over het fenomeen kunstmarkt, waarbij kunst gewoon op straat aan de man wordt gebracht. Slecht weer kan soms een enorme spelbreker zijn. Vanwege heftige storm blies de organisatie de markt op zaterdag 10 augustus van dit jaar af, “met pijn in het hart”. Maar ook in 1972 was het weer soms niet al te best. Gerda over de zomer van 1972: “We hebben de laatste twee weken een verschrikkelijke regen gehad en we stonden hier toch! En we bleven staan zolang als we konden. We hadden het gevoel met zijn allen op vakantie te zijn, dus sta je niet voor het gewin. Als er mensen van buiten komen en het trapje naar de Kolk afkomen dan zijn we natuurlijk wel blij. Dan begint ons eigenlijke werk, namelijk het verkopen van de producten aan het publiek, maar ook het vertellen daarover. Ik vind het niet erg om een uur lang te vertellen over hoe ik dingen maak en ook niet dat ik daarna niets verkoop”.
Haarlemmer Paul Marselje, sinds 1988 voorzitter van de Stichting Kunstmarkten Spaarndam, is als zanger vanaf het begin bij de kunstmarkt betrokken geweest. Paul: “Dat kwam door Hans Invernizzi, die toen journalist was voor de Haarlemse editie van dagblad De Tijd. Hij had Gerda Spierenburg geïnterviewd en toen kwam spontaan het idee op om naast kunst ook muziek op het programma van de kunstmarkt te zetten”.
Tussen toen en nu
Die eerste markt van 1970 herinnert Paul zich nog goed: “Er stonden tien kramen tussen de bomen aan de smalle Oostkolk. De markt liep toen tot 10.00 uur ’s avonds en na vijf uur kwam er geen hond meer. In het voormalige Jeugdhuis van Spaarndam aan de Oostkolk woonde het echtpaar Piet en Truus Jukes. Zij vonden die kramen voor de deur wel gezellig. Ze kwamen aan het einde van de middag met een grote pan soep, de Haarlemse kunstschilder Poppe Damave kwam met een paar flessen jenever en er waren broodjes. We hebben die avond ongelooflijk feest gevierd, zonder één bezoeker!”
Na het vertrek van Greet de Zwarte kwam Marga Kranendonk in 1990 namens de Dorpsraad in het Stichtingsbestuur. In die beginjaren hield zij zich bezig met allerlei verkeerszaken. Ze zette bijvoorbeeld in de Kerklaan tonnen neer om te voorkomen dat mensen daar hun auto’s parkeerden.
Marga: “Ik was bij de kunstmarkt gekomen om het dorp min of meer te beschermen tegen al die toeristen die erop af kwamen. Maar tegenwoordig komen de mensen niet meer zoveel met de auto. De locatie aan de Westkolk is heel bepalend voor het succes van de markt. Als ik nu ’s morgens vroeg help met het opbouwen van de markt en het zonnetje schijnt op de witte kramen, dan komen er wel eens tranen in mijn ogen. Het ziet er langs het water zo mooi uit!” Volgens voorzitter Marselje zijn er grote verschillen tussen toen en nu. “In het begin hing er een soort van pionierssfeer en was het publiek ook jonger dan nu. Twee derde van de mensen achter de kramen kwam uit Haarlem-Noord en Spaarndam. In de jaren 80 hadden we een overaanbod aan grof geknoopte wandtapijten. We vonden het wel mooi, maar er moesten niet meer dan twee van die kramen op de markt staan. Toen we in 1988 het roer omgooiden, hebben we bepaald dat iemand maar één of twee keer op de markt mag staan. Ook hebben nu we op de 45 kramen, tien tot twaalf mensen uit de directe omgeving. Anders kun je de kwaliteit niet volhouden”.
Kunstmarkt Arabier
Door de jaren heen hebben bijzondere mensen hun stempel gedrukt op de kunstmarkt, zoals de voormalige tuinman van Godfried Bomans, Cor Bleiswijk. Paul: “Hij liep als ‘kunstmarkt Arabier’ over de markt. In een Arabische uitdossing en met baard. Cor woonde in de Indische buurt in Haarlem-Noord. Hij kreeg van iedereen eten en drinken aangeboden en hoorde bij het gezicht van de kunstmarkt. Maar Cor zei altijd, dat hij niet ouder wilde worden dan Godfried. Dat is ‘m gelukt, want op een bepaald moment is hij verdronken in de Hekslootpolder in Haarlem-Noord. Zijn dood leek op zelfmoord. Cor was een kleurrijk figuur, op een kleurrijke markt.”
Thea de Roos-van Rooden
Gepubliceerd in het Dorpsorgaan van september 2019.
Bronnen:
1.Uitzending “Van Gewest tot gewest” 13 september 1972. (YouTube)
2. Interview met Marga Kranendonk en Paul Marselje, 11 februari 2016. (Archief HWS). Paul en Marga nemen in 2019 resp. als voorzitter en bestuurslid afscheid van de Stichting Kunstmarkten Spaarndam.